
Kerstnacht in de Kempen
O, de vlakte ligt zo wijd 
in haar peinzende eenzaamheid! 
Over ’t blanke vergezicht, 
’t volle maantje toverlicht 
als een zilveren flambeeuw 
op de glinsterende sneeuw. 
O, de heide slaapt zo zacht 
deze witte winter nacht! 
Bim-bam, bom-bam, bim-bam bom! 
Klokgeklepel, klekgebrom
 luidt het volk te lande alom 
naar het kerkje in de kom: 
vroomgelovig, schaar u om 
’t schamel kribje in ’t heiligdom. 
Christus is geboren, kom! 
Bim-bam, bom-bam, bim-bam, bom! 
Bim-bam , bom! 
Lichtjes pinken, vrouwen gaan, 
 
kerels ook met kielen aan. 
Sleden rinkelen al rond, 
kerstlied klinkt uit kindermond. 
Middernacht, het orgel ruist, 
’t wijde schip van stemmen suist. 
Hoge ramen gloeien ver, 
boven ’t kerkje staat de ster. 
Ingetogen ’t volk nu keert, 
“Vrede op aard!” werd hun geleerd. 
Nog een slederinkelbel, 
nog een liedje ver en hel
en weer ligt de vlakte wijd 
in haar peinzende eenzaamheid 
en de heide slaapt weer zacht 
deze witte wondernacht! 
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates