
Mijn zoetlief was een weverkijn
Mijn zoetlief was een weverkijn 
dat weefde vroeg en laat. 
Dat weefde uit de zonneschijn 
een gulden bruidsgewaad. 
Ho-li-o-lie, ho-li-o-lie, ho-lie-o-lei! 
Een bruidsgewaad voor mij. 
Ho-li-o-lie, ho-li-o-lie, ho-lie-o-lei! 
Een bruidsgewaad voor mij. 
Die wever op een morgen sprak: 
"O liefken mint gij mij?” 
Ik waande dat mij ‘t harte brak 
van liefde 'k was zo blij. 
Ho-li-o-lie, ho-li-o-lie, ho-lie-o-lei! 
Van liefde 'k was zo blij. 
Ho-li-o-lie, ho-li-o-lie, ho-lie-o-lei! 
Van liefde 'k was zo blij. 
Dat weverkijn kwam toen terstond 
en schonk zijn harte mijn. 
Hij zoende mij op mijnen mond, 
zijn zoen was zoet als wijn 
Ho-li-o-lie, ho-li-o-lie, ho-lie-o-lei! 
Zijn zoen was zoet als wijn. 
Ho-li-o-lie, ho-li-o-lie, ho-lie-o-lei! 
Zijn zoen was zoet als wijn.
Copyright © 2018 - Alle rechten voorbehouden - Algemeen Nederlands Zangverbond
Lay-out door Lien Alaerts en OS Templates