Vlaamse liederendatabank

Spinnelied

Aan ’t spinnewiel de ganse dag het oude vrouwke zitten mag.
Aan ’t spinnewiel de ganse dag het oude vrouwke ziiten mag.
Ah! Dat het lustige spin’, diga diga din diga diga don,
dat het wielke brom’, diga din diga don,
dat het lustig spin’, diga din diga don,
dat het wielke brom’, diga din diga don.
diga din, diga don, diga din diga don.

Aan ’t spinnewiel het frisse kind de schone lentetijd verslindt.
Aan ’t spinnewiel het frisse kind de schone lentetijd verslindt.
Ah! Voor een klein gewin, diga diga din diga diga don,
dat is stom en dom, diga din diga don,
voor een klein gewin, diga diga don,
dat is stom en dom, diga din diga don,
diga din, diga don, diga din diga don.